Geschiedenis

Geschiedenis

© Foto’s Klapscheutmolen. John Verpaalen, Roosendaal.

De voet van Keizer Karel
Watermolen van Klapscheut

Reeds van in de jaren 1400 wordt melding gemaakt van een watermolen in Wambeek. Het was een lemen huis en daarbij een watermolentje met onderslagrad, alles in hout. Het watermolentje kon enkel werken gedurende de winter, gezien het kleine verval en het gebrek aan water. In de zomer lieten de boeren hun graan in de omliggende windmolens malen.

In 1572, tijdens de regeerperiode van Filips II, werd besloten een voor die tijd moderne molen te bouwen met bovenslagrad en met aftakking van de beek in een spaarvijver. Het houten waterrad werd geplaatst aan de zijgevel van het woonhuis, één der eerste stenen huizen in Wambeek.

De zoete bakstenen die hiervoor gebruikt werden, gebakken in een houtskooloven, werden omwille van hun afmetingen (13x26x5 cm) “Voet van Keizer Karel” genoemd. De verschillen in lengtemaat hingen af van de lokale voetmaat. Men gaf in die tijd specifieke namen aan stenen en daarvoor werden vaak namen van koningen gebruikt (pied du Roi).

In 1910 werd de watermolen, die zich achter de schuur bevindt, grondig vernieuwd. Het houten rad en het raderwerk binnenin waren immers totaal versleten. In Haaltert, bij de bekende molenbouwer Henri Van De Velde, kon de toenmalige molenaar een compleet gietijzeren raderwerk, voor drie koppel maalstenen, bemachtigen. Buiten kwam er een fraai bovenslagrad in plaatstaal. In de watermolen werd zowel graan gemalen voor diervoeder (gerst, rogge, haver) als voor broodmeel (tarwe).

In 1983 stopte de laatste molenaar met malen. De Klapscheutmolen had meer dan 400 jaar gedraaid. Het rad staat nu in rust, vergeten de snelheid van 12 to 15 toeren per minuut. De kwartsmaalstenen draaien niet meer, de sluisdeur blijft voor het rad gesloten.

Op 12 september 1991 werd de watermolen erkend als beschermd monument en in 2012 werd begonnen met de restauratie van de molen.

Keizer Karel V (1500-1558) was de vader van Filips II, zoon van Filips de Schone en tijdgenoot van o.a. Erasmus, Luther, Calvijn, Mercator, Jeroen Bosch. Historisch is hij de bekendste Habsburger, de laatste hertog van Bourgondië, de man in wiens rijk de zon nooit onderging.
Hij was een middelmatige persoonlijkheid die reeds op jonge leeftijd ging regeren over een Europees lapjesdeken.
De historie tekent Karel V vrij somber. Anders ligt het met de volkse, folkloristische Keizer Karel-figuur. Het volksverhaal houdt het bij de Vlaming en Gentenaar Keizer Karel, verwant met Uilenspiegel, de levens-genieter die houdt van een fris glas bier, een mollige deerne en een goeie grap.

In een volksverhaal placht Karel V tegen een handswerkman te zeggen: “Kom brasser, laat ons vrolijk zijn, want de wijn is niet gewassen voor de varkens, noch is het bier gebrouwen voor de ganzen.
Vooruit, brasser, laat ons plezier maken, een goed glas bier drinken of met de teerling spelen!”

En wie zijn wij om dergelijk
gedachtengoed niet in ere
te houden!